Alsof dit 'D66-kopstuk' zelf al voorsorteert op het einde van haar stage
Ruben Koops
Ruben Koops © Wesley van Zuthpen
DOOR: RUBEN KOOPS 27 MEI 2017, 08:00
Het valt te hopen dat D66-leider Alexander Pechtold deze column niet leest. Want als zijn partij dadelijk deelneemt aan een nieuwe coalitie moet hij een handvol partijgenoten selecteren voor het kabinet.
Na drie jaar wordt in de wandelgangen van het stadhuis vurig gehoopt dat D66-wethouder Kajsa Ollongren (economie en drukte) daarbij zit en dat is natuurlijk geen aanbeveling.
Het leek zo'n goed idee, toen in 2014 de 'rechterhand van Rutte' bereid bleek wethouder te worden van D66 in Amsterdam. Maar tegenwoordig wordt Ollongren in de wandelgangen gniffelend 'de stagiaire', genoemd, die in hoofdstad vlieguren moet draaien voordat zij landelijk aan de slag mag.
Een stagiaire is tegelijk iemand die je niet al te serieus hoeft te nemen. Steeds minder Stoperabewoners doen dat dan ook.
Het was voor het eerst dat een wethouder klop kreeg via de krant, hoogst ongebruikelijk
Burgemeester Van der Laan begon. In een lovend profiel over Ollongren dat begin 2016 in NRC verscheen was hij de kritische noot.
De wethouder moest als portefeuillehouder Balans in de stad wat de burgemeester betreft zich meer gaan roeren in het druktedebat. Het was voor het eerst dat een wethouder klop kreeg via de krant, hoogst ongebruikelijk.
Het standje hielp ook niet. Tien maanden later, tijdens de presentatie van het jaarlijkse onderzoek Staat van de Stad, moest Van der Laan concluderen dat een echte oplossing tegen de toenemende drukte nog niet was gevonden.
De ideeën van Ollongren blijven soms hangen in het soort voorstellen dat van stagiaires kan worden verwacht. Grappig bedacht, maar een tikje naïef.
Wat te denken van het plan om rustgevende muziek rond het Oudekerksplein af te spelen, om zo de beschonken feestgangers te kalmeren. Nooit meer iets van gehoord. Heel ferm riep ze dat de cruiseterminal verplaatst moet worden. Op de uitwerking wordt nog steeds gewacht.
Maar als Ollongren dan eindelijk iets wil, heeft het weinig met de stad te maken
Ook buiten het stadhuis neemt de onvrede toe. Pas dit voorjaar, drie jaar na haar start, nodigde Ollongren de grote toeristische ondernemers uit voor een rondetafelsessie. Het was voor de meeste reders, diamantairs en touroperators de eerste keer dat zij 'hun' wethouder ontmoetten.
"Ik wil best meer rekening houden met de wensen van de gemeente. Maar het is me door Ollongren nooit gevraagd," stelt een zakenman die inmiddels terugverlangt naar de PvdA-jaren.
Wie dit hoort vraagt zich af of het bonusplafond de enige reden is dat Britse bankiers na de brexit Amsterdam zullen mijden, zoals Ollongren vorige week moest erkennen in het FD. Ondertussen onthulde accountantskantoor EY dat de stad dit jaar van de vijfde naar de achttiende plaats is geduikeld in de ranglijst van aantrekkelijk vestigingssteden voor nieuwe technologische bedrijven. Precies de bedrijfstak waar volgens Ollongren kansen lagen nu de bankiers de stad links laten liggen.
Een minister moet een organisatie ter grote van een oceaanstomer vier jaar op koers houden. In die omgeving is Ollongren, voorheen als secretaris-generaal van Algemene Zaken de machtigste vrouw van het Binnenhof, vast heel effectief. Maar het besturen van deze stad vergt ondernemende wethouders die problemen zien, verandering willen en daarvoor vechten. Schaefer, Aboutaleb, Wiebes.
Maar als Ollongren dan eindelijk iets wil, heeft het weinig met de stad te maken. Vorig weekend riep zij in twee verschillende talkshows dat haar partij landelijk geen coalitie zou moeten vormen met de ChristenUnie. Alsof dit 'D66-kopstuk' zoals de kranten haar inmiddels noemen, zelf al voorsorteert op het einde van haar stage.