Gaat de wispelturige U.S.-consument ons nekken?
Als rechtgeaard belegger heb ik niet alleen een hekel aan verliezen maar nog meer aan geld uitgeven aan zaken anders dan eten, drinken en vertier. Zo is kleren kopen nu bepaald niet mijn hobby. Het liefst zou ik ’s ochtend met ochtendjas en zwembroek naar de kledingszaken op pad gaan om zo snel mogelijk klaar te zijn met passen.
Toch verslijten bij mij ook dingen en kan ik moeilijk mee in dit computertijdperk als ik niet af en toe eens ga shoppen.
Mijn consumentengedrag is gezien mijn geringe hobby in shoppen echter op zijn minst atypisch voor de consument geworden.
Heb ik namelijk besloten mij over de shophobbel heen te zetten dan ga ik ook full out; ik sla gewoon in razend tempo de hele handel tegelijk in, ren van winkel naar winkel en koop meteen een paar varianten van diverse zaken (6 overhemden, 3 paar schoenen, 12 paar sokken, nieuwe camera etc etc. Voorlopig kan ik er dan weer even tegen tot de volgende shopronde. Zoals gezegd neem ik dat mijn winkelgedrag enigszins atypisch en onvoorspelbaar is. Bij de gemiddelde consument zal het er veelal anders toegaan, maar is daarmee die consument gemakkelijk voorspelbaar?
In vroegere voor de econoom overzichtelijke tijden was het simpel. Had de mens een behoefte maar geen geld dan telde dat niet mee, want er was immers geen koopkrachtige vraag en daarmee geen meetbare consumptie. Voor zover er wel geld was, lagen de zaken simpel: de consument gaf een meetbaar percentage van zijn inkomen uit aan consumptie. Gesommeerd leidde dat tot de nationale consumptie die dan weer gelijk was aan de verdiensten uit de nationale productie.
Later begon de economie de consument fijnzinniger te benaderen. Micro met onder meer de grensnut- en revealed preferencetheorie en macro door loslaten van de gedachte van een mechanische vaste relatie tussen inkomen en consumptie.
Macro kregen economen meer aandacht voor zaken zoals kredietpositie van de consument en de rol van de banken en regelgeving daarbij, ontwikkelingen in de vermogensvorming, stijgende welvaart en toenemend belang van de dienstensector (Baumol)en het consumentenvertrouwen.
Met het meten van consumenten overschreden de economen de oorspronkelijke grenzen van het vakgebied en kwamen ze te verkeren tussen de psycho- en sociologen en wat dies meer zij.
Hoe het ook zij: er werden aannemelijke verbanden gelegd tussen consumentenvertrouwen en toekomstige consumptie.
Toch kunnen plotselinge onvoorspelbare stemmingswisselingen nog altijd enig roet in het eten van consumentenvertrouwen als indicator gooien. Voorspellen blijft moeilijk.
Vandaag staat er een belangrijke meting op het menu:
15.55 UUR. PUBLICATIE TOONAANGEVENDE INDEX CONSUMENTENVERTROUWEN VAN DE UNIVERSITY of MICHIGAN
Voordien hoef je als belegger de beursnieuwtjes niet te volgen. Hoewel ik enige vooruitlopende ochtendangst bij beleggers niet uitsluit is er grote kans dat er pas nadien echte actie komt.
Persoonlijk zal ik overigens niet wild gaan reageren. Voorlopig houd ik het op groeivertraging. Niet leuk, maar voor een LT georiënteerde belegger geen reden voor paniek. Valt het mee dan is dat een mooi verjaardagscadeau (morgen ben ik jarig).
Vrolijk en onbevreesd heb ik de afgelopen tijd dan ook geschoven in mijn porti. Crucellaandelen omgezet in louter naked calls, winst genomen op Pfizer. Geld niet in een kistje gestopt maar gestuurd richting Hollands glorie zoals Vopak, Imtech, Boskalis, SBM, DSM, Philips, Fugro, BAM. Die had ik deels al, maar er kon nog wel wat bij.
Erger ik mij nooit? Tuurlijk wel! Met lede ogen zie ik bijvoorbeeld aan dat sommige aandelen zoals Ahold, KPN, Shell, Binck zo slecht de echte weg omhoog weten te vinden. Toch ik gooi ze er niet uit, want eens zal dat gebeuren.
Komende tijd zal ik onregelmatig aanwezig zijn. Ik heb daarom besloten de komende maanden te stoppen met het dagdraadje. Dat betekent: RUIMTE VOOR NIEUW TALENT. Geef je op bij Jos via jjkoets@ chello.nl.
Ik wens iedereen een prettig weekend en succesvolle beursperiode gewenst en remember: WE WILL SURVIVE.
Groet, Jonas