Terminologie
Ik wil even wat terminologie scherp stellen, om spraakverwarring te vermijden.
Overtuiging
Een overtuiging is een mening, meestal een sterk gevoelde mening. Een overtuiging is gebaseerd op argumenten. Die argumenten kunnen van velerlei aard zijn (met voorbeelden):
- puur mystiek:
Ik ben overtuigd van het bestaan van God, omdat Hij mijn ziel heeft aangeraakt.
- op gezag van een autoriteit:
Ik ben overtuigd van het bestaan van Pluto, op gezag van astronomen.
- op basis van een patroon in gedrag:
Ik ben ervan overtuigd dat morgen de zon weer op zal komen, omdat dat al miljoenen jaren zo werkt en ik geen reden zie waarom dat morgen anders zal zijn.
- op basis van rationalistische redenatie:
Cogito ergo sum.
- op basis van empirische waarneming:
Ik ben ervan overtuigd dat zwanen wit zijn, want alle zwanen die ik ooit gezien heb, zijn wit. Overtuigingen kunnen onwaar blijken te zijn. Deze overtuiging zal ik moeten verlaten zodra ik een zwarte zwaan zie. Of zodra iemand wiens autoriteit ik respecteer, verkondigt dat zwarte zwanen bestaan.
- op basis van filosofie:
Plato argumenteerde dat de republiek de optimale staatsvorm is.
- op basis van een moreel waardensysteem:
Overspel is fout.
- op basis van een twijfelachtige correlatie:
Marokkanen zijn crimineler dan Nederlanders, omdat er in de gevangenis relatief meer Marokkanen zitten dan Nederlanders. De reden kan heel anders zijn: misschien is de politie racistisch. Misschien is er een derde factor: Marokkanen zijn gemiddeld armer dan Nederlanders, misschien is de ware correlatie tussen armoede en misdadigheid.
Meestal zijn overtuigingen onbewijsbaar. Sterker nog: iets dat spijkerhard bewijsbaar is, is geen echte overtuiging. Axioma's ook niet. Ik vind 1 + 1 = 2 en de stelling van Riemann geen echte overtuigingen. Maar echt, spijkerhard bewijs komt niet veel voor buiten de wiskunde.
Als iemand een overtuiging heeft, heeft hij andere, strijdige overtuigingen dus niet. Als iemand anders een overtuiging heeft die strijdig is met de mijne, zijn we het dus niet eens. Als ik ervan overtuigd ben dat Pluto bestaat, op gezag van astronomen, en iemand anders is ervan overtuigd dat Pluto niet bestaat, maar een hoax is van liegende astronomen, dan zijn we het oneens.
Als A een overtuiging heeft en B heeft een strijdige overtuiging, zal A overtuigd zijn van de superioriteit van zijn overtuiging. Want als dat niet zo zou zijn, zou A die andere overtuiging wel hebben. Ik kan niet zeggen "Pluto bestaat" en tegelijk de theorie dat Pluto niet bestaat beschouwen als minstens gelijkwaardig. Als ik dat zou doen, zou ik niet overtuigd zijn van het bestaan van Pluto. En dit is wederzijds.
Als gevolg van debat, of ervaring, kunnen overtuigingen veranderen. A kan B overtuigen. A kan een ervaring hebben, of een waarneming doen, die zijn overtuiging verandert. Ooit was ik ervan overtuigd dat God niet bestaat, nu ben ik ervan overtuigd dat God wel bestaat. Die verandering is gedeeltelijk gebaseerd op mystieke ervaring, en gedeeltelijk op filosofische redenatie.
Strijdige overtuigingen hoeven samenwerking en compromis niet uit te sluiten. Stel, het wegverkeer loopt vast. Politicus A is ervan overtuigd dat dit het best kan worden aangepakt door de snelwegen te verbreden. Politicus B vindt dat het autoverkeer moet worden teruggedrongen. Beiden zullen hun eigen oplossing de beste vinden. Het compromis kan zijn de A1 te verbreden, maar de A2 niet. En dat er maatregelen worden genomen om het verkeer terug te dringen, maar niet alles wat B wilde. Beiden winnen iets en verliezen iets. Voor beiden zal het compromis niet optimaal zijn, maar beter dan de oplossing van de ander.
Het grote probleem van de huidige politiek is m.i. dat overtuigingen en visies volledig worden overschaduwd door dag-tot-dag management en gekibbel over details.
Arrogantie
De overtuiging dat de eigen overtuiging superieur is aan die van de ander is niet arrogant, maar inherent aan de aard van overtuigingen. Iemand is arrogant als hij vindt dat zijn overtuiging superieur is aan die van een ander om geen andere reden dan dat het zijn overtuiging is en dat verdere argumenten overbodig zijn.
Iemand is arrogant als hij zegt: ik heb gelijk omdat ik dat zeg.
Iemand is arrogant als hij zegt: doe wat ik zeg, omdat ik het zeg.
Iemand is arrogant als hij zegt: niet zeuren en mond houden.
Tolerantie
Iemand is tolerant als hij het recht van de ander erkent een andere overtuiging te hebben, en uit te dragen, dan de zijne. Ik meende dat het Voltaire was die zei "ik verwerp alles waar U voor staat, maar Uw recht Uw overtuiging te verkondigen, zal ik tot de dood verdedigen".
Voltaire was het duidelijk niet eens met zijn opponent. Hij vond zijn eigen overtuiging duidelijk superieur. Hij was tolerant omdat hij het recht van zijn opponent op een andere overtuiging, hoe inferieur en verwerpelijk die in zijn ogen ook was, erkende.
Tolerantie betekent niet dat alles moet kunnen. Als iemand ervan overtuigd is dat Taoïsme het werk van de Duivel is, dan zal een tolerante overheid zijn recht erkennen dat te vinden. Een tolerante overheid zal zelfs zijn recht erkennen om die overtuiging uit te dragen. Maar een tolerante overheid hoeft niet toe te staan dat deze persoon Taoïsten gaat vermoorden. Of dat hij gaat oproepen tot het verwoesten van hun tempels.
Tolerantie betekent niet dat iedere overtuiging net zo goed is als iedere andere. Als je dat gaat denken, is de consequentie dat overtuigingen niet bestaan. Een overtuiging wordt als een paar sokken: je kan ze iedere dag wisselen voor ieder ander paar. Als ik geloof dat iedere overtuiging net zo goed is als iedere andere, kan ik niet zeggen "Pluto bestaat". Want iemand anders kan dan met exact hetzelfde recht zeggen "Pluto bestaat niet". Sterker nog, ik kan dat zelf een minuut later beweren. Bijna het enige dat overblijft is wiskunde. De gedachte dat iedere overtuiging even goed is als iedere andere, is naar mijn mening een gemakzuchtige, politiek correcte constructie van mensen die geen zin hebben in debat en confrontatie. Niet meer dan een dooddoener.