De Zwarte Zee is een Russisch meer geworden
De Roemenen zitten op de eerste rij van een zeeslag tussen grootmachten. ‘We hebben het gevoel dat er niet naar onze waarschuwingen geluisterd werd. Gek, als je bedenkt dat alle oorlogen van onze tijd zich rond de Zwarte Zee afspeelden.’
De zon is net ondergegaan boven de Donau. In het Roemeense kustdorpje Sulina, aan de grens met Oekraïne, stroomt de rivier na een lange reis in de Zwarte Zee. Het lawaai van het springkasteel, de muziek uit het kraampje met beignets en de motoren van de boten op de rivier dempen het geluid van de eerste bom. In de rustigere straten blijven de explosies die volgen, nazinderen. ‘Bombe’, zeggen Roemeense jongeren achteloos tegen elkaar op de terugweg van het strand. Op Twitter staat wat later een propagandafilmpje van het Oekraïense leger met bombastische muziek, waarop te zien is hoe de achtergelaten Russische militaire installaties op Slangeneiland
vanuit de lucht onder vuur genomen worden. Nog geen 24 uur eerder hadden
de Russen, na hun vertrek van dat strategische rotsblok in de Zwarte Zee, de boel zelf gebombardeerd. Volgens Kiev schoten ze niet raak.
In Sulina hopen ze dat het de militaire slotnoot is van een concert van doffe knallen dat nu al honderd dagen duurt. Op Slangeneiland begon de oorlog. Op dag 1 maakte Kiev helden van de soldaten die
er ‘Go fuck yourself’ antwoordden aan het Russische oorlogsschip Moskva. Slangeneiland ligt amper 40 kilometer van de Roemeense kust. ‘Soms beeft ons hele huis, net een aardbeving’, zegt David (12), die hier zoals elk jaar de zomer doorbrengt. Zijn grootouders in Boekarest begrijpen niet dat ze blijven op een plek waar met de zeelucht ook de oorlog aan land waait. In haar winkeltje vol boeken, postkaarten en schelpen, dat ook dienst doet als toeristisch kantoor,
praat Iulia Pascale er liever niet over. ‘Je zou beter wat langer blijven, morgen zijn hier Griekse feesten. Dat wordt wel leuk om naar te luisteren.’
In Sulina raak je niet met de auto. De veerboten van de staat doen er vier uur en dertig minuten over vanuit de Roemeense stad Tulcea, met kleine motorbootjes vaar je de staart van de Donau in anderhalf uur af. ‘Ze zeggen dat het hier het einde van de wereld is, maar dat klopt niet. Hier begint de wereld’, benadrukt Pascale. Ze heeft een punt. Dit is niet alleen het meest oostelijke punt van Roemenië, het is zowat de eerste plek op het vasteland van de Europese Unie waar de zon opkomt. Buiten op de boulevard langs het water wijst Pascale naar de schaarse oude gebouwen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Sulina doelbewust gebombardeerd door de Sovjet-Unie. ‘Ons lot is altijd al bepaald door onze strategische ligging. Een ongeval is snel gebeurd.’
Mihai Calin, stevig gespierd en goed gebruind, komt erbij staan. In de zomer gidst hij toeristen op de rivier, maar meestal vind je hem in volle zee op een schip. Hij zag de Zwarte Zee voor zijn ogen veranderen. ‘Kijk’, zegt hij, terwijl hij beelden van Russische militaire schepen op zijn telefoonscherm wegveegt. Hij maakte zelfs een foto van een drijvende zeemijn, fataal oorlogstuig voor boten. Calin werk tkeihard sinds het begin van de oorlog. De haven van Sulina moest van de ene dag op de andere als caféploegje meespelen in de Champions League van de wereldhandel, in een poging om graan uit Oekraïne weg te krijgen, nu de havens daar geblokkeerd zijn. Voor de kust liggen de schepen in een lange ketting te wachten om de Donau op te varen. Hun bestemming: de kleine havens aan de rivier, net over de grens waar het graan wacht. Op het strand tellen we met het blote oog alleen al vijftig schepen, maar volgens Calin ligger er zeker 120. Ongezien. Het is meteen het begin van een logistieke nachtmerrie om 200 kilometer verderop in de stad Constanta te raken, de grootste haven aan de Zwarte Zee.Op weg naar Constanta duikt naast het water een zee van eindeloze velden op. De industriële landbouw heeft het landschap overgenomen. Hier groeit de zonnebloemolie die over onze salades gaat. De zonnebloemen staan nog trots met hun koppen recht en de maïs bloeit, maar de tarwe wordt al volop geoogst. De taxibestuurder zucht gefrustreerd als de rit alweer uit zijn ritme gehaald wordt door de tragere vrachtwagens. ‘Oekraïners!’ De weg van Tulcea naar Constanta werd niet aangelegd als handelsroute. Nu is het er drummen.
Net voor we twee uur later Constanta bereiken, duidt een bord langs de weg de militaire luchtmachtbasis van Mihail Kogalniceanu aan. De Amerikanen zitten hier al langer, maar sinds de oorlog vlogen ook Belgische soldaten over. Koning Filip bezocht hen enkele weken geleden nog. Voordien kwam Emmanuel Macron de Franse troepen al groeten. Hij nam de Roemeense president Klaus Iohannis mee toen hij later Kiev bezocht met Olaf Scholz en Mario Draghi. Een erkenning voor de strategische plek die Roemenië geworden is. Ook Constanta staat plots op de kaart. Alle wegen lijken tegenwoordig naar de havenstad te leiden. Het is niet alleen file op zee en op de weg. Ook op de Donau en het kanaal dat de rivier met de Zwarte Zee verbindt, is het druk. Nicolae Ceausescu liet het graven. De Roemenen noemen het wel eens de enige goede daad die de dictator gedaan heeft, al kwamen er tijdens de werken duizenden dwangarbeiders om het leven. Ook treinen rijden af en aan, maar niet in de cadans die de omvang van de opdracht vraagt. Volgens president Iohannis heeft die ‘epische proporties’. Aan de grens sluiten de Oekraïense en Roemeense sporen niet op elkaar aan. De infrastructuur is verouderd en begon meteen na het einde van het communisme te roesten. In allerijl besliste de Roemeense regering te investeren in nieuwe sporen. In Boekarest had de landbouwanalist Cezar Gheorghe daar voor ons vertrek lacherig over gedaan. ‘Ze staan daar met spades te graven. Met spades! Alsof ze op zoek zijn naar goud, zoals in de goede oude tijd.’Het is iets wat je voortdurend hoort, vaak vergezeld door opgetrokken schouders. ‘Militair kunnen de Russen ons niet raken.’ De Roemenen zijn dol op de Navo. En toch. Mateiu wijst op de zeemijnen die Oekraïne in het water gooide om zijn kust te verdedigen. ‘Ook de Russen kunnen ze tactisch tegen ons inzetten, ze hebben nog Oekraïense zeemijnen in voorraad, van toen ze de Krim innamen. Het is maar een kwestie van ze op de juiste plek in het water te mikken. Ze vormen een bedreiging voor onze schepen en gasvelden. Meer nog dan een militaire dreiging, zijn ze een economisch wapen.’ Verzekeringsmaatschappijen vragen intussen woekerprijzen om de schepen op de Zwarte Zee te dekken. Scheepvaartreuzen stopten zelfs even met naar Constanta te varen. ‘Zo voer je ook oorlog. Zeemijnen zijn goedkoop, gevaarlijk en nog erger: ze hebben geduld.’
Annelien De Greef Vanuit CONSTANTA, ROEMENIË