Autobouwers weten ook dat het einde van de brandstofmotor in zicht komt
Elektrisch rijden Steeds meer landen willen verkoop van benzine- en dieselauto’s verbieden, nu ook het VK. Wat betekent dit voor autobouwer
Fabricage van brandstofmotoren in een Opel-fabriek in het Hongaarse Szentgotthard.
Fabricage van brandstofmotoren in een Opel-fabriek in het Hongaarse Szentgotthard.
De grootste ambities voor elektrisch rijden liggen vooralsnog buiten de Europese Unie. Wie over vijf jaar een nieuwe auto in Noorwegen wil kopen, zal niet meer voor een benzine- of dielselauto kunnen kiezen. Voor IJsland ligt die deadline op 2030. Woensdag kwamen daar de ambities van het Verenigd Koninkrijk bij. In 2030 mogen alleen nog nieuwe elektrische en hybride (tot 2035) auto’s verkocht worden, als de plannen van premier Boris Johnson worden gerealiseerd.
Hoe zit dat in Nederland? Is de verkoop van een nieuwe auto met een verbrandingsmotor over tien jaar nog toegestaan? En is de auto-industrie klaar om zo’n verbod op te vangen?
Het streven van het vorig jaar gesloten klimaatakkoord is helder: in 2030 zijn alle nieuwe auto’s elektrisch. Maar anders dan de Britse regering kan Nederland als Europese lidstaat niet zomaar de verkoop van nieuwe fossiele auto’s verbieden.
„Tien EU-landen, waaronder Nederland, hebben eerder aangegeven dat lidstaten zelf voor zo’n verbod moeten kunnen kiezen”, zegt Maarten van Biezen van de Vereniging Elektrische Rijders. „Vooralsnog richt Brussel zich op de aanscherping van uitstootnormen voor 2030. Komende zomer zullen die weer scherper worden, waardoor het elektrisch rijden in de praktijk een impuls krijgt.” Nu ligt die norm voor 2030 nog op 37,5 procent (gerekend vanaf 2021), en de verwachting is dat die wordt aangescherpt tot minimaal 50 procent.
Maar een Europees verbod in 2030 zou veel efficiënter zijn, zegt Van Biezen, die deelnam aan het klimaatakkoord. „Anders moet je het gaan zoeken in zero-emissiezones en in parkeerbeleid om het rijden in brandstofauto’s zo onaantrekkelijk mogelijk te maken. En elektrisch rijden via fiscale maatregelen zo aantrekkelijk mogelijk maken. Maar dat kost geld.”
Een verbod op fossiele auto’s ligt erg gevoelig binnen de Europese Unie, al klinken zelfs in Duitsland binnen de conservatieve CSU geluiden om benzineauto’s na 2035 te verbieden. Toen NRC onlangs aan verantwoordelijk Eurocommissaris Frans Timmermans vroeg of de Commissie zo’n verbod overwoog, antwoordde hij omfloerst. „Als je emissieloze auto’s kunt hebben met een verbrandingsmotor: be our guest. Maar op dit moment lijkt elektrificering de meest logische techniek.”
Toch is het de vraag of het huidige Nederlandse streven in 2030 – geen nieuwe fossiele auto’s meer – zonder een verbod haalbaar is. De verwachting is nu dat slechts 35 procent van de nieuwe auto’s in Nederland dan elektrisch zal zijn. Nu ligt dat rond de 12 procent. Maar deze prognose zegt Van Biezen weinig. „In het klimaatakkoord is afgesproken om in 2024 opnieuw te bekijken welk beleid nodig is om op die 100 procent uit te komen.”
Een Europees verbod zou wel een serieuze bijdrage leveren aan de reductie van de CO2-uitstoot, zegt Van Biezen. „Met het nu voorgenomen beleid realiseert ‘mobiliteit’ in Nederland in 2030 een CO2-reductie van 2 procent. Wat echt helpt, is snel elektrificeren.”
Lees ook:Subsidie bijna op voor koper van elektrische auto
Voor de auto-industrie zijn aankondigingen zoals die van de Britse regering nauwelijks onverwacht te noemen. Ze weten dat het einde van de brandstofmotor in zicht komt. Maar de termijn waarop is wel spannend.
Volkswagen zei in 2018 al min of meer dat het van plan was rond 2030 te stoppen met het verkopen van nieuwe brandstofauto’s. Dat bedrijf staat bekend als relatief ambitieus. Daimler meldde vorig jaar dat het in 2030 wil dat de helft van z’n verkochte auto’s elektrisch en hybride zijn, om in de jaren daarna naar nul te gaan (sindsdien hebben de elektro-verkopen wel een groter dan verwachte vlucht genomen).
De consequenties van zo’n vervroeging vallen echter nog lastig in te schatten. Die hangen af van allerlei factoren, zoals de snelheid waarmee de kostprijs van een elektrische auto daalt en batterij-innovaties.
Toyota tegemoetkomen
De Duitse automarktanalist Matthias Schmidt denkt dat het voor veel automakers best te doen kan zijn. „Vanwege strenge CO2-regels wordt het voor automerken op den duur steeds logischer om veel elektrische auto’s op de markt te brengen.” Nu verdienen automakers daar nog duidelijk minder aan dan aan brandstofauto’s. Die achterliggende techniek beheersen ze immers tot in de puntjes, anders dan bij de elektrische modellen. Maar er komt een punt waarop ze wél meer kunnen verdienen aan elektrische auto’s dan aan brandstofauto’s, en dan gaat het waarschijnlijk hard.
Het is volgens Schmidt ook van belang om goed te kijken naar de nuanceringen in de verboden. Die kunnen nog best veel uitmaken. Zo wil het Verenigd Koninkrijk hybride auto’s pas in 2035 verbieden. „Ik denk dat ze daarmee misschien Toyota proberen tegemoet te komen, dat een fabriek heeft in het VK.” Toyota staat bekend om z’n hybride-strategie. „Het zou een grote klap zijn als die fabriek opeens dicht moet. Het VK gaat op dit moment bijna op de knieën om buitenlandse investeringen aan te trekken.”
Lees ook:Traditionele autobouwers gaan de strijd aan met Tesla
Echt spannend wordt het vooral voor alle kleine toeleveranciers
Echt spannend wordt het vooral voor Europa’s honderden kleinere toeleveranciers die brandstofmotoren maken. Voor deze bedrijven is elektrisch rijden een veel grotere bedreiging dan voor de autobouwers zelf. Elektrische auto’s hebben veel minder onderdelen, wat gesymboliseerd wordt door wat er bij een Tesla onder de motorkap zit: een lege tweede bagageruimte.
In deze sector wordt gevreesd voor significant baanverlies. Schattingen lopen zeer uiteen en houden niet altijd rekening met nieuwe banen door elektrisch rijden, maar volgens een studie zou het alleen in Duitsland al om 600.000 banen kunnen gaan.
De toeleveringsbranche strijdt al jaren tegen een mogelijk verbod op bijvoorbeeld de brandstofmotor en wil juist de ruimte krijgen voor innovaties als biodiesel. Maar hoe meer er gepraat wordt over een verbod, hoe minder reëel dat lijkt.