Beter één prijspony dan een stal ezels.
Interview Patrik De Haes, ceo van ThromboGenics
zaterdag 19 januari 2013, 03u00
Nog geen euro omzet gerealiseerd, en toch een beurswaarde van 1,6 miljard. Het Leuvense biotechbedrijf ThromboGenics kreeg het voor elkaar. ‘Beter dan dit wordt het niet', zegt ceo Patrik De Haes.
In juni 2006 wilde niemand van ThromboGenics weten. De aandelen werden bij de beursgang aangeboden tegen het voordeeltarief van 4,50 euro per aandeel. Ondertussen is het in de beursspeak van de Amerikaanse investeerder Peter Lynch een ten bagger, een soort once-in-a-lifetime-belegging waarvan de waarde is vertienvoudigd.
Vandaag wordt in allerlei superlatieven over Thrombo gesproken en geschreven, het leidende Europese biotechbedrijf dat op de radar staat van alle relevante Amerikaanse investeerders. En het grootste onafhankelijke genoteerde biotechbedrijf in Europa.
Het Leuvense bedrijf was vorige week de lieveling op de biotechconferentie van JP Morgan, waar iedereen die in het wereldje iets voorstelde naar ceo Patrik De Haes kwam luisteren. ‘Beter dan dit wordt het niet', zegt De Haes. Deze week introduceerde het bedrijf zijn eerste echte geneesmiddel in de Verenigde Staten. Gisteren kreeg het bedrijf de toestemming om hetzelfde middel, Jetrea, ook in Europa op de markt te brengen. ‘Als we Jetrea kunnen verbreden naar andere oogziekten, worden we misschien wel een one billion euro sales company. Maar laat ons eerst maar proberen 100 miljoen euro omzet te halen.'
De Haes is duidelijk een doorgewinterde biotechmanager. Voor hij bij Thrombo kwam, had hij al 25 jaar ervaring in het wereldje, eerst in de Verenigde Staten, later in Zwitserland. Om familiale redenen zocht hij een managementbaan in België. Het leek Parijs te gaan worden, maar via Rudy Dekeyser, de toenmalige topman van het VIB, kwam hij in contact met de stichter van het biotechnologiebedrijf, Désiré Collen. Hij werd er ceo. Tot nu reed De Haes een feilloos parcours. De goedkeuring vrijdag van Europa voor de verkoop van het ooggeneesmiddel Jetrea onderstreept dat. ‘Bij alles wat we deden, hadden we een plan B. Het is heel belangrijk om enkele stappen vooruit te denken in biotech. Als een scenario misloopt, moet je verder kunnen.'
Welk bedrijf vond u in 2007 toen u bij ThromboGenics aankwam?
‘Zes maanden na de beursgang was ThromboGenics een universitair labo met twintig wetenschappers hier, drie in de VS en drie in Dublin. Dat was het. Ik deelde mijn bureau met dat van twee professoren. Ik heb er geleidelijk aan een bedrijf van gemaakt. Eén van mijn eerste aanwervingen was het hoofd HR. In een biotechbedrijf is dat geen administratieve functie; het gaat om iemand die een team moet samenstellen.'
Hoe evident was het om Thrombo te vernauwen tot oogziekten? Stichter en voorzitter Désiré Collen had vooral naam gemaakt met cardiovasculaire geneesmiddelen.
‘We hadden drie onderzoeksdomeinen: vasculair onderzoek, oncologie en oftalmologie. We zagen dat we in oogziekten met iets unieks bezig waren én dat er maar een beperkt aantal artsen in betrokken was. Dat leek een kans om ook zelf de commercialisering te doen en van ThromboGenics een geïntegreerd biotechbedrijf te maken. De beurs heeft die keuze geapprecieerd.'
Analist Jan De Kerpel van KBC Securities ziet het als uw verdienste dat u het bedrijf uit het risicovolle mijnenveld van de behandeling van bloedklonters haalde?
‘Désiré Collen is de voorzitter van de raad van bestuur. We hebben in de raad gekozen voor oftalmologie. Studieresultaten hielpen bij het maken van keuzes (lacht). Een medicijn ontwikkelen als biotechbedrijf is wandelen op een koord over een ravijn. Kijk nooit naar beneden zolang je over dat touw loopt. En het is beter over één dik koord te lopen dan over tien dunne.'
Er is een enorme buzz rond Thrombo. Maken we nu de piek mee?
‘Vorige week waren op dé biotechconferentie van JP Morgan tweehonderd gespecialiseerde investeerders die naar ons luisterden. Alle relevante partijen uit de sector waren daar. De helft van onze investeerders is Amerikaans. Dit is uitzonderlijk, maar ook niet helemaal toevallig. Van in het begin hebben we ons geprofileerd als Amerikaans bedrijf. Driekwart van ons fase III-onderzoek gebeurde in de VS. De VS zijn onze grootste markt en die pakken we zelf aan. Vorig weekend was de kick-off. Maandag hebben we de eerste injecties gegeven. Van de vier patiënten waren er al twee na twee dagen genezen. Zonder Jetrea lagen die nu nog op hun buik. Tot nu toe reden we een feilloos parcours. Dat vertaalt zich in 1,6 miljard euro beurswaarde ondanks nul verkopen. Nu vraagt iedereen zich natuurlijk af wat er met die verkoop gaat gebeuren.'
Weer een superspannende fase dus?
‘Toen we in oktober de goedkeuring moesten krijgen van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) voor Jetrea, was de spanning nog groter omdat dat een binair proces is: alles of niets. Dat is niet zo voor onze verkoopcijfers, maar ze kunnen wel veel invloed hebben op onze beurskoers. De verwachtingen zijn hoog gespannen. Jetrea is een innovatief product. Met één spuitje genees je een oogaandoening die voorheen enkel met een operatie kon worden verholpen. Dat maakt indruk. Maar we zitten in een onbekende markt die voorheen niet bestond. Dat kan volatiliteit geven. Zelf schattingen geven, zou niet verstandig zijn. Elk cijfer dat je geeft, is fout. We gaan na het eerste kwartaal nog geen verkoopcijfers geven, want daarin zit onvermijdelijk een stuk voorraadopbouw bij de dokters. De markt moet dus wachten tot augustus. Maar mijn filosofie is nu eenmaal underpromise and overdeliver.'
Jullie zijn het grootste onafhankelijke Europese biotechbedrijf in beurswaarde. Wat doet dat met een mens?
‘Het hele team is nuchter en staat met de voeten op de grond. Hier zijn geen kontlikkers die zeggen dat de baas altijd gelijk heeft. We hebben een vlakke structuur met open en kritische communicatie. Incompetentie wordt eruit gefilterd. We zoeken naar de beste oplossing. Hier vind je ook geen mentaliteit van supersterren, ook al werken hier veel deskundigen. We zijn kritisch tegenover iedereen.'