Uit het FD:
Vosers belofte
Het waren gevleugelde woorden met een positieve connotatie die de afgelopen jaren ieder kwartaal weer werden uitgesproken. ‘There is more to come.’
Peter Voser vertrekt begin 2014 als topman van olie- en gasconcern Shell. Het is daarom misschien nog wat vroeg om de eindbalans op te maken. Maar na exact vier jaar leiderschap, en met nog pakweg een halfjaar te gaan, zal het grote geheel niet echt meer veranderen. Is de belofte waargemaakt?
Teleurstellend
Het rapport met tweedekwartaalcijfers dat Shell gisteren publiceerde, is niet het beste uit het Voser-tijdperk. Dat wordt ook erkend. ‘Teleurstellend’, zegt de Zwitser, die graag helder praat. Sabotage in Nigeria en afschrijvingen in de VS drukten het resultaat.
Om de invloed van incidenten wat uit te vlakken, is het beter een wat langere periode te nemen als graadmeter van Vosers erfenis. Zeg: de eerste zes maanden van 2013. Als die periode wordt afgezet tegen de eerste helft van 2009, de periode vóórdat Voser de baas werd en more to come als lijfspreuk werd omarmd, ontstaat een betrouwbaarder beeld.
Positief
De score lijkt positief. De winst per aandeel is gegroeid van $1,19 naar $1,57, het dividend nam toe van $0,84 per aandeel naar $0,90 per aandeel. Het rendement op geïnvesteerd vermogen groeide van 8,3% naar 12,1%.
De belangrijkste winst is geboekt bij de operationele kasstroom: van $8,5 mrd naar $24 mrd. Maar dat cijfer is een gevaarlijke en laat zien waarom vergelijkingen als hier gemaakt, lastig zijn. Voser profiteerde van het op stoom komen van grote projecten die onder diens voorganger, de Nederlander Jeroen van der Veer, waren voorbereid. Denk aan de ‘gas to liquid’-fabriek in Qatar en aan fase 2 van het Russische gasproject Sachalin. Daarnaast was de olieprijs in de eerste helft van 2009 gemiddeld $51,26 per vat waar deze de afgelopen maanden met $94,18 veel hoger lag.
Maar goed, Voser sprak zijn belofte ook niet uit op persoonlijke titel, maar namens het bedrijf dat hij vertegenwoordigt. Zo bezien is de belofte waargemaakt.
Tegenvaller
Een tegenvaller is de ontwikkeling van de productie. ‘More upstream, profitable downstream’, zei Van der Veer altijd. Het eerste deel van déze slogan is nu niet meer heilig en Vosers ‘more to come’ moet op dit vlak ook met een korreltje zout genomen worden. In de eerste helft van 2009 lag de gemiddelde productie van Shell op 3,2 miljoen vaten olie-equivalent per dag, de afgelopen zes maanden op 3,3 miljoen. De voortgang gaat zo traag dat het van realiteitszin getuigt dat het productiedoel van 4 miljoen vaten per dag in 2017-2018 nu wordt losgelaten.
Shell dook gisteren ruim 4% de min in op de aandelenbeurs. Toch is het aandeel over de Voser-periode nog altijd met een respectabele 38% gestegen. Shell doet het beter dan het door een olieramp geteisterde BP (-7%) en ExxonMobil (+33%). Maar om Chevron (+90%) te achterhalen, heeft Shell nog heel wat more to come nodig.
Bartjens@fd.nl