FD
Ik wil medewerkers, geen onderdanen’
Hij heeft niets met verf, maar alles met bedrijven. De Deen Nils Smedegaard Andersen, zoon van een rechter en een theologe, is voorgedragen als voorzitter van de raad van commissarissen van AkzoNobel. Het concern richt zich per april alleen nog maar op verf en coatings. Rond die tijd is de afsplitsing — verkoop of beursgang — van de chemietak voorzien.
Andersen, die in juli zestig wordt, is een veelzijdig man. De in 1982 afgestuurde bedrijfseconoom was van 2007 tot 2016 ceo van het Deense reder en olieconcern A.P. Moller-Maersk. De ruim twintig jaar daarvóór was hij opgeklommen tot de top van de Deense bierbrouwer Carlsberg. Hij was er zes jaar bestuursvoorzitter.
Daarnaast had en heeft Andersen tal van commissariaten. Zoals bij het Britse olieconcern BP, bij het Brits-Nederlandse Unilever. Bij beide concerns is hij lid van de auditcommissie, de bewaker van de juiste cijfers. Ook is hij commissaris bij het grootste Noorse private-equityfonds Nordic Capital Funds, bij supermarktketen Danske Supermarked Group en sinds twee maanden van Faerch Plast, een fabrikant van plastic verpakkingen.
Oorlog met aandeelhouders
Andersen heeft ervaring met de Angelsaksische bedrijfscultuur én de continentaal-Europese. Hij is vertrouwd met de private-equitycultuur en met ondernemen waarbij ook werknemersbelangen en de effecten op het klimaat meetellen.
'Bij AkzoNobel is nu niets aan het toeval overgelaten', zegt een ingewijde. AkzoNobel heeft een roerige periode achter zich, waarbij met name president-commissaris Antony Burgmans het moest ontgelden. Die vertrekt eind april na drie termijnen.
Vorig jaar voorjaar brak een oorlog uit tussen Akzo en een aantal aandeelhouders rond het bod van het Amerikaanse PPG op Akzo. PPG had volgens de aandeelhouders mooie biedingen uitgebracht, oplopend tot €96,75 (inclusief dividend) per aandeel. Maar Akzo wees de biedingen af. Volgens de rebellerende aandeelhouders vooral het werk van Burgmans. Die moest dus weg. Zij schakelden — zonder succes —- zelfs de rechter in.
Balanceeract
AkzoNobel bracht het heftige conflict als een botsing tussen twee bestuursculturen, de Angelsaksische tegenover de Rijnlandse. De eerste staat meer voor aandeelhouderswaarde, de tweede meer voor waardecreatie voor alle belanghebbenden, aandeelhouders, werknemers, leveranciers, klanten, de samenleving en het milieu. Akzo achtte al die belangen niet veilig bij een nieuwe eigenaar als PPG. Inmiddels lijkt de vrede tussen aandeelhouders, met name Elliott (bijna 10%), en Akzo teruggekeerd en balanceert het concern zo goed en zo kwaad als het gaat tussen aandeelhouders en andere 'stakeholders'. De voordracht van Andersen weerspiegelt die balanceeract.
Zijn 'grote werken' leverde de in Jutland geboren Andersen bij Carlsberg en Maersk. Hij belandde via de in 1970 overgenomen Deense bierbrouwer Tuborg bij Carlsberg, dat in die jaren een internationaal merk werd. Toen Andersen in 2001 de top bij Carlsberg bereikte was het concern de op drie na grootste bierbrouwer ter wereld. Hij was er de man van de 'must win battles', efficiency-slagen en diverse overnames.
Agressief prijsbeleid
Bij Maersk stond hij bekend om zijn agressieve prijsbeleid. Hij voerde het bedrijf weg van de traditionele routes tussen Europa, Azië en Noord-Amerika naar vooral de opkomende groeimarkten. Ook tekende hij voor een scherp broeikasemissiebeleid, waarbij hij in 2014 Maersk een CO2-besparingsdoel van 60% in 2020 oplegde ten opzichte van 2007.
Als grote baas vertoonde Andersen zich geregeld in de bedrijfskantine en in een interview met het Duitse weekblad in 2012 zweert hij bij de Deense egalitaire bedrijfscultuur. 'Ik wil medewerkers, geen onderdanen.' De krant schrijft dat hij in een middenklasser rijdt. Begin januari 2012 bij een skivakantie in Zwitserland, stond zijn wereld even stil. Een infectie in het hart. Twee hartoperaties en vijf maanden verder klom hij weer in het zadel.
In 2015 en 2016 ging het bergafwaarts met Maersk, door de lagere olieprijs en door de enorme concurrentie in de rederijsector. In juni 2016 moest Andersen bij Maersk vertrekken en kreeg zijn opvolger de opdracht te zoeken naar meer 'agility' en synergieën. Zo werd in 2017 Maersk Oil verkocht aan Total. Kennelijk was er iemand anders nodig om het roer drastisch om te gooien.