Bouw en Brexit: Indirecte schade, toch een meevaller
Al twee weken is het Verenigd Koninkrijk geen lid meer van de Europese Unie en hebben ondernemers ervaren hoe het vergaat zonder de grote Britse broer. Iedereen merkt er wel iets van, van vissers tot aan voetballers. Hoe zit dat met de bouwers?
Eerste publicatie op 6:00 Laatst gewijzigd op 13 jan 2021
Allereerst het goede nieuws. Een grote meerderheid van de bouwers zal waarschijnlijk weinig merken van de Brexit. “Het valt eens mee”, beaamt senior sectoreconoom van Bouw en Vastgoed bij ABN Amro, Madeline Buijs. “Het effect treft maar een klein deel van de bouw omdat het een erg Nederlandse sector is.” Oftewel, bouwers hebben weinig van doen met het buitenland.
Na jaren onderhanden is het vertrek van het Verenigd Koninkrijk een ‘zachte’ Brexit geworden. Op de valreep van vorig jaar sloten de EU en het Verenigd Koninkrijk nog een handelsakkoord. Het handelsakkoord staat het vrije verkeer van goederen toe zonder importheffingen. Dat voorkomt een ongelijk speelveld tussen Britse en buitenlandse bedrijven.
“We zien wel dat handel en export meer douaneformaliteiten kent en die brengen meer formulieren met zich mee”, zegt Buijs. Meer files en controles dus. Maar het helpt dat Nederland zich over het algemeen goed heeft voorbereid: de overheid hield een campagne en opende een Brexit-loket voor getroffen ondernemers.
Wel indirecte schade voor de bouw
ABN Amro berekende dat zelfs de zachte Brexit de Nederlandse economie nog ruim 4,5 miljard euro kost. Een groot deel daarvan bestaat uit indirecte verliezen en daar kan de bouw onder lijden. “Van de schade die de bouw lijdt, betreft het 62 procent indirecte schade en 38 procent directe schade”, licht sectoreconoom Buijs toe. “Iets waar bouwers in Nederland die handel drijven met het VK indirect last van hebben is bijvoorbeeld dat de machine-industrie veel goederen vervoert naar het Verenigd Koninkrijk. Dat gaat nu moeilijker, waardoor een effect kan zijn dat er minder snel kantoren worden gebouwd.”
Maar als je kijkt naar dit verlies ten opzichte van alle omzet in de bouw, inclusief architecten en vastgoed, is het een druppel op een gloeiende plaat. “De totale omzet van de bouw is wel 100 miljard euro per jaar, tegenover ongeveer 161 miljoen euro schade door de Brexit.”
Wie merken er wel wat?
Enkele bouwers zoals BAM, VolkerWessels, Ballast Nedam Parking en Hollandia Infra doen wel innig zaken met het buurland maar hebben naar verwachting hun scheepjes op het droge. “Als er dan problemen komen, hebben die meer te maken met de economie van het Verenigd Koninkrijk en dat daardoor minder bouwprojecten worden aanbesteed”, verwacht Buijs. Maar de daling in bouwvolume kan voor hetzelfde geld ook door de effecten van de coronacrisis komen of een zwakkere pond.
René Meyboom van brancheorganisatie Bouwend Nederland denkt dat bedrijven genoeg tijd hebben gehad zich voor te bereiden. Op de helpdesk van de organisatie, waar wel tientallen telefoontjes per dag binnenkomen, zijn de voorgaande weken weinig vragen van bouwers binnengekomen. “De repercussies lijken relatief beperkt in Nederland, op een handvol Nederlandse bedrijven in het Verenigd Koninkrijk na. Ook sprak ik met Belgische collega’s en die hadden hetzelfde verhaal. Maar er zijn wel vragen zoals, hoe zit het met het detacheren van mensen?”
Overzicht: Saneringen BAM
2020 was een van de rampzaligste jaren in de geschiedenis van BAM
Meer arbeidsmigranten
De bouw in het Verenigd Koninkrijk profiteert net als hier van arbeidsmigranten. De extra werkkrachten zijn juist hard nodig. Maar een bouwvakker of vakman die in het Verenigd Koninkrijk wil werken, moet nu aan hoge eisen voldoen, dat kan immigranten doen besluiten om elders te gaan werken. Dat zorgde er vorig jaar al voor dat Oost-Europese arbeidsmigranten massaal wegbleven uit het Verenigd Koninkrijk. Het oogstseizoen kwam in het geding doordat sommige boeren niet konden oogsten.
“Bij de aankondiging van de Brexit vorig jaar merkten we dat er veel Poolse arbeidsmigranten uit het Verenigd Koninkrijk werk zochten in Nederland”, zegt Danny van Hal, directeur van uitzendbureau Haldu Groep. “Van de vakmensen die wij in de bouw zoeken verwacht ik wel nieuwe aanwas. We gaan echt zoeken in Polen. Misschien dat onze marketeers vacatures gaan plaatsen in de Verenigd Koninkrijk.”
Provincie Zuid-Holland liet vorig jaar onderzoeken of ze een massale toename van het aantal arbeidsmigranten kon verwachten, onder andere ‘remigranten’ uit het Verenigd Koninkrijk. Die verwachting is er zeker, aldus Yvonne Prins, onderzoeker en directeur van onderzoeksbureau SEOR. “Maar we moeten er niet gemakshalve vanuit gaan dat Nederland ze kan binnenhalen. Als onze buurlanden beter huisvesten of betalen, dan halen we misschien niet dat deel migranten uit het Verenigd Koninkrijk binnen.” Landen en bedrijven gaan dus wellicht opbieden om nieuwe bouwmannen en -vrouwen aan te trekken.
Buitenlandse arbeidskrachten
Fors werkgelegenheidsverlies verwacht in 2021
Bakstenen en bouwmaterialen
Wat betreft handel haalt het Verenigd Koninkrijk veel bouwmaterialen uit Europese landen. Uit Nederland importeerde het bijna een miljard euro aan materialen in 2019, blijkt uit statistieken van het Britse departement voor handel en industrie. Zoals bakstenen. Nederland exporteerde in voorgaande jaren het merendeel van zijn metselbakstenen naar het Verenigd Koninkrijk. Er zijn veel fabrikanten die handelen met het land, laat de Vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek weten, maar ook zij hebben geen vragen van bedrijven rondom de Brexit ontvangen. Die had wel, tezamen met de PFAS-crisis, deels invloed op een lagere afzet van bakstenen in 2019.
Bakstenen zijn niet als bloemen. Waar een paar uur extra wachten bij de Britse douane voor de sierteelt en voedselindustrie een verloren lading kan betekenen, liggen leveranciers van bouwmaterialen waarschijnlijk iets minder wakker van de extra controles en wachttijd.
Slecht voorbereid
Zit niemand in de bouw dan met de handen in het haar? We hebben het nog steeds wel over een verlies van rond de 4,8 miljard euro voor de Nederlandse economie, berekende kredietverzekeraar Euler Hermes vorig jaar. Daarmee is Nederland een van de grootste verliezers van de Brexit samen met Duitsland en Frankrijk. Met name de machine-industrie lijdt verlies.
“Misschien zijn de sporadische vervoerders die incidentele orders krijgen minder goed voorbereid, voor bijvoorbeeld het leveren van hout en bouwmaterialen”, zegt sectoreconoom Madeline Buijs. Die bedrijven hebben zich mogelijk nog niet voorbereid op de nieuwe handelsbelemmeringen en komen voor een verrassing te staan.