Werner De Bondt: 'We zitten in de grootste zeepbel ooit'
"Er komt een dag dat de rentevoeten zullen stijgen. En dat zal overal pijn doen." Volgens Werner De Bondt, die sinds de jaren tachtig het gedrag van beleggers bestudeert, zijn we verslaafd geraakt aan goedkoop geld.
Werner De Bondt is samen met Richard Thaler een van de grondleggers van de behavioural finance. Hun onderzoek toonde aan dat beleggers niet rationeel handelen, maar altijd opnieuw dezelfde fouten maken. Daarmee zetten ze de theorie van de efficiënte markten op haar kop, die sinds de jaren zestig dominant was en waarvan Eugene Fama de bekendste aanhanger is.
We gingen Werner De Bondt opzoeken in Weert, een kleine deelgemeente van Bornem. Hij logeerde er enkele dagen bij zijn ouders op de boerenbuiten, zonder internet, zonder gsm. "Zalig om een paar dagen volledig weg te zijn van het hectische leven in Chicago." De Bondt spreekt vloeiend Nederlands wanneer hij het heeft over de paddenoversteek of over de slijkneuzen, de bijnaam die de bewoners van Weert danken aan de zompige ondergrond.
Wanneer het echter over zijn vakgebied gaat, schakelt hij automatisch over naar het Engels. "Ik kan er niet in het Nederlands over praten", biecht hij op. "Ik ken de juiste termen niet." De Bondt woont en werkt dan ook al meer dan 30 jaar in de Verenigde Staten, waar hij les geeft aan DePaul University. Zijn academische carrière kwam in een stroomversnelling toen zijn pad "per toeval" dat van Richard Thaler kruiste. Beiden ontdekten onder meer dat beleggers overreageren op goed én op slecht nieuws.
Daardoor levert een belegging in een portefeuille met de vijftig aandelen die de voorbije vijf jaar het slechtst hebben gepresteerd in de S&P500-index, over een periode van één jaar meer op dan een portefeuille met de vijftig aandelen die het hoogste rendement haalden. De Bondt: "De trend is enkel op korte termijn je vriend. Zolang de zeepbel opblaast, blijven de winnaars nog even de winnaars. Daardoor presteren de winnaars over een periode van een halfjaar vaak nog beter dan de verliezers."
Met welk onderzoek bent u nu bezig?
De Bondt:"Ik heb zopas een update gemaakt van het onderzoek dat ik met Richard Thaler aan het begin van de jaren tachtig heb gemaakt. Ik heb vooral de data van de periode 1982 tot 2012 bestudeerd. Die waren nog niet beschikbaar toen ik met hem werkte. Deze keer werk ik niet met Thaler, maar met enkele andere collega's. Je zou denken dat beleggers lessen hebben getrokken uit ons eerste onderzoek, maar niets is minder waar. De conclusies zijn vandaag nog sterker. Het valt ook op dat slechts een kleine minderheid van verliezers verantwoordelijk is voor de superieure prestatie van de hele groep. Er gaan ook heel wat verliezers volledig kopje-onder."
"De bekende Britse belegger en zakenman John Templeton had dat goed begrepen. Hij zei: 'Als je alle aandelen koopt die tegen minder dan twee keer de winst noteren, zul je op de helft van die aandelen geld verliezen, omdat ze verlieslatend zijn. Maar je zult slechts een dollar of zo per aandeel verliezen.' Er zullen ook een aantal middelmatige aandelen tussen zitten. De grote winnaars die overblijven, zullen stijgen en fabelachtige rendementen produceren. Ze zullen ervoor zorgen dat de volledige portefeuille een goed rendement haalt."
U speelt ook een rol in de eeuwige discussie tussen beleggen in vaste waarden (value) of snelgroeiende bedrijven (growth).
De Bondt:"Ik ben het naar mijn gevoel al eeuwen aan het bestuderen. Er is typisch een excessief optimisme over het potentieel van groeibedrijven. Op een termijn van één jaar presteren de vaste waarden daardoor beter dan de groeiers. Vooral in tijden van turbulentie op de financiële markten heb je veel mispricing. In periodes van onzekerheid _ zoals we er de voorbije jaren hebben gekend _ kunnen beleggers de meeste winsten halen. Ik krijg veel vragen om beleggingstips aan de feestdis. Op Thanksgiving Day in 2008 (22 november 2008, nvdr) zei ik dat het een goed moment was om aandelen te kopen. Maar ik kreeg weinig bijval, hoor."
Hoe kijkt u naar deze turbulente tijden?
De Bondt:"We zitten midden in de grootste zeepbel uit de geschiedenis. Wij zijn verslaafd geraakt aan goedkoop geld, en we weten niet hoe we ervan moeten afkicken. De centrale banken blijven maar geld bijdrukken en het einde is nog niet in zicht. Op een dag moeten de rentevoeten weer stijgen naar normale niveaus. Dat zal veel pijn doen. Als de overheden opnieuw intresten moeten betalen om geld te lenen, dan zul je de begrotingstekorten pas zien stijgen."
De Europese Centrale Bank begint nog maar pas geld bij te drukken. Denkt u dat de ECB zal slagen in haar opzet de inflatie en de economie aan te zwengelen?
De Bondt:"Ik heb het idee dat de centrale banken aan een koord zitten te duwen. Aan een koord kun je alleen trekken. Deflatie is beangstigend. Als de prijzen dalen, dreigen de mensen hun aankopen uit te stellen. En als de consumptie stokt, beland je in een negatieve economische spiraal. Maar kun je de consumenten ook bang maken voor stijgende prijzen? Kun je hen via inflatie en inflatieverwachtingen ertoe dwingen nu dingen te kopen, omdat ze er later meer voor moeten betalen? Het risico bestaat dat als je de koopkracht van de mensen aantast door inflatie, ze dan juist nog meer geld gaan oppotten. Mensen consumeren pas als ze vertrouwen in de toekomst hebben."
In de Verenigde Staten heeft de geldcreatie van de Amerikaanse centrale bank toch succes gehad?
De Bondt:"Het gaat relatief goed met de Amerikaanse economie. Relatief, tegenover de rest van de wereld. Maar dat betekent nog niet dat het echt goed gaat. Ik merk dat de Amerikaanse droom uit elkaar is gespat. De ouders van mijn studenten geloven niet meer dat hun kinderen het beter zullen hebben dan zij. Ze vragen zich af wat ze hun kinderen moeten laten studeren om hen werkzekerheid te geven."