Philips en zes andere elektronicabedrijven hebben zich schuldig gemaakt aan kartelvorming en krijgen daarom van de Europese Commissie een gezamenlijke boete van 1,47 miljard euro. Vier vragen, waaronder: kunnen consumenten die jarenlang teveel hebben betaald voor hun computer- en televisieschermen de schade ergens claimen?
Zeven bedrijven maakten zich schuldig aan prijsafspraken, maar de boetes die zij kregen lopen sterk uiteen. Hoe wordt de hoogte van die boetes bepaald?
De Europese Commissie heeft daarvoor in 2006 regels opgesteld. Daarin staat dat de hoogte van de boete afhangt van meerdere zaken. Zo wordt ze onder meer gerelateerd aan de omzet van het betrokken bedrijfsonderdeel. De boete mag niet meer bedragen dan 10 procent van die omzet. Ook de aard, omvang en duur van de overtredingen worden meegewogen. Bedrijven die meewerken aan het onderzoek kunnen een korting krijgen op de boete.
Het bedrag dat Philips nu moet betalen, lag om die reden 30 procent lager dan de Europese Commissie in eerste instantie had bepaald. Het bedrijf dat zichzelf als eerste 'aangeeft' bij de autoriteiten kan zelfs rekenen op totale kwijtschelding van de boete. Het Taiwanese bedrijf Chungwha, dat ook deelnam aan het kartel, hoeft daarom geen geld over te maken naar Brussel.
Philips gaat in beroep omdat het de hoogte van de boete 'onrechtvaardig' vindt. Is dat verweer kansrijk?
Het bedrijf zegt het niet met zo veel woorden, maar het suggereert dat de boete te hoog is omdat het bedrijfsonderdeel dat de boete kreeg al in 2001 werd afgestoten. Toen richtte Philips samen met LG Electronics een joint-venture op waarin de desbetreffende activiteiten werden ondergebracht. Wat de commissie betreft snijdt de suggestie van Philips geen hout. Een woordvoerder laat weten: 'Philips en LG speelden een beslissende rol in hun gezamenlijke dochterbedrijf. Bedrijven kunnen zich niet onttrekken aan hun wettelijke plichten op het gebied van mededinging door een simpele verandering van hun bedrijfsstructuur.' De joint-venture ging overigens in 2006 failliet. Daar is dus geen geld meer te halen.
Miljoenen consumenten zijn gedupeerd, verklaarde eurocommissaris Almunia gisteren. Hoe groot is de schade die de getroffen consumenten hebben geleden?
Niet alleen consumenten zijn gedupeerd. Ook de producenten van beeldschermen die hun beeldbuizen bij de karteldeelnemers kochten, zijn volgens de Europese Commissie benadeeld.
Hoe groot die schade in totaal is, is lastig te becijferen, zegt de woordvoerder van eurocommissaris Almunia. 'Het is heel moeilijk te schatten hoe hoog de prijzen geweest zouden zijn als er geen kartel was geweest. Uit economisch onderzoek weten we wel dat prijzen gemiddeld 20 tot 30 procent stijgen als gevolg van kartelafspraken.'
Kunnen consumenten die zich benadeeld voelen aanspraak maken op een deel van de boetes die zijn opgelegd?
Nee, dat geld gaat naar de respectievelijke schatkisten van de Europese lidstaten. Consumenten die gedupeerd zijn, kunnen met het onderzoek van de Commissie in de hand in hun eigen land naar de rechter stappen. Weinig betrokkenen zullen dat doen, aangezien het gaat om zogenoemde strooischade. Dat is schade die per persoon relatief klein is, maar omvangrijk in zijn geheel. Dat soort schade kan alleen verhaald worden als benadeelden zich verenigen en collectief schade kunnen claimen.
Consumenten staan wat dat betreft nog niet erg sterk in Europa, zegt Sandra de Jong van de Consumentenbond. 'Wij lobbyen nog steeds voor goede collectieve schadevergoedingen, omdat we vinden dat geld dat eigenlijk van consumenten is afgepakt, ook naar hen moet terugvloeien.'
Bron: Volkskrant, 6 december 2012